Corsica – Wandelen langs poelen en rivieren

Corsica is een bergachtig eiland in de Middellandse Zee, dat een mix biedt van stijlvolle kuststadjes, dichte bossen en ruige bergtoppen. Meer dan 50% van dit prachtige eiland wordt beschermd door het Regionaal Natuurpark van Corsica, en de wandelroutes vormen een echte test van uithoudingsvermogen en conditie. Sinds 1768 maakt Corsica deel uit van Frankrijk, maar het eiland bewaart nog steeds de essentie van de uitgesproken Italiaanse cultuur. Op zoek naar een authentieke wandelervaring? Dan ben je hier aan het juiste adres. Je hoeft geen ervaren bergwandelaar te zijn om te genieten van het ultieme wandelavontuur over eeuwenoude paden, avontuurlijke routes, lodges en berghutten. Op Corsica geniet je van adembenemende landschappen en panoramische uitzichten over zee. Wij hebben de 5 mooiste wandelroutes voor je geselecteerd. Het enige wat je nog hoeft te doen, is je rugzak inpakken.

1. De ultieme wandeltocht: de GR20

Als je op Corsica bent, mag je de GR20 niet missen. Deze beroemde wandelroute, de Sentier de grande randonnée 20, doorkruist het hele eiland van noord naar zuid langs de centrale bergkam. Waar je ook kijkt, je wordt getrakteerd op spectaculaire natuurlijke en culturele bezienswaardigheden. Langs de ongeveer 180 km lange route vind je meerdere berghutten en dorpjes waar je als wandelaar kunt uitrusten. Hoewel het terrein over het algemeen ruig is, is deze route geschikt voor de meeste bergwandelaars. De gemiddelde duur van de GR20 is 11 tot 12 dagen, afhankelijk van je ervaring en conditie. De tocht start in het noorden bij Calenzana en eindigt in Conca, in het zuiden. De beste tijd om te wandelen is van begin juni tot eind oktober. Wil je de drukte vermijden? Vermijd dan juli en augustus. Onderweg kun je zwemmen in kristalhelder water – een verfrissende must op warme dagen. Een uitstapje naar de Monte Cinto, de hoogste top van het eiland, beloont je met indrukwekkende uitzichten.

2. Het beste van het zuiden: de Mare a Mare Sud

Een van de mooiste wandelroutes in het zuiden van Corsica verbindt de oost- en westkust. Deze relatief gemakkelijke tocht van vijf dagen voert je langs schitterende stranden, bossen en hooggelegen landbouwgronden. De afwisseling tussen alpiene landschappen en mediterrane vegetatie is een lust voor het oog. De route van Porto-Vecchio naar Propriano weerspiegelt de rijke geschiedenis van het eiland. Het is een van de kortere wandelroutes. De beste tijd om deze route te lopen is in de lente of de herfst. De hutten langs de route zijn beperkt in capaciteit, dus boek je overnachting vooraf. Onderweg kun je archeologische sites bezoeken zoals Castello de Capula en Castello di Cucuruzzu.

3. Het beste van het noorden: de Mare a Mare Nord

Deze lange route van gemiddeld niveau verbindt de westkust met de oostkust in het noorden van Corsica. Ze is verdeeld in 17 etappes, beginnend in Cargèse en eindigend in Moriani Plage. Van half april tot november kun je hier genieten van prachtige uitzichten. Je vindt onderweg hotels en pensions, maar ook hier is vooraf boeken verstandig. Voor deze wandeling heb je ongeveer 10 dagen nodig. De route van 140 km voert je langs bergen, meren, beekjes en weelderige bossen. Vergeet niet te genieten van de natuurlijke poelen en charmante bergdorpjes. Je blijft vrijwel voortdurend zicht houden op de Middellandse Zee en kunt ook een bezoek brengen aan het historische stadje Corte.

4. Afgelegen en wild: de Tra Mare e Monti

Deze uitdagende maar belonende route van 100 km loopt van Calenzana naar Cargèse en duurt gemiddeld 6 tot 10 dagen, afhankelijk van je tempo. Onderweg zijn er tal van plekken om te zwemmen – ideaal om op te frissen. Enkele bezienswaardigheden zijn enkel te voet of per boot bereikbaar. Er zijn verschillende overnachtingsmogelijkheden, waaronder pensions. Je kunt ook de baaien van Porto en Girolata ontdekken en dorpen als Partinello en Curzu bezoeken. Daarnaast is het mogelijk een boottocht naar het natuurreservaat Scandola te maken.

5. Historische wandelroute: de Sentier de la Transhumance

De naam "Transhumance" verwijst naar de seizoensgebonden verplaatsing van schapen, waarbij herders hun kuddes van de kust naar de koelere bergen brengen tijdens de zomerhitte. Deze eeuwenoude paden vormen de basis van deze betoverende route. De moeilijkheidsgraad is gemiddeld, dus ook beginners kunnen deze tocht aan. Een perfect alternatief voor wie de GR20 te zwaar vindt. De route begint in Calenzana en eindigt bij de Monte Cinto. In totaal is het pad 100 km lang en kun je het in 5 tot 6 dagen afleggen, met dagelijkse wandelingen van zo’n 5 tot 6 uur. De beste periode is van juni tot september. Langs de route vind je kleinschalige accommodaties zoals herbergen en familiehotels – zorg dat je op tijd boekt. Indien mogelijk kun je je bagage laten vervoeren tussen accommodaties. Deze wandelroute sluit aan op andere paden, zoals de GR20 en de Sentier Île Rousse–Corte.